Turfsteken Hoogeveen

In de moerassige veengebieden hadden afgestorven planten na honderden jaren een metersdikke veenlaag gevormd die men kon wegsteken of kon opbaggeren om het vervolgens te drogen te leggen op legakkers.

Op de legakker werd het veen flink aangestampt. Daarna werden er blokken van gestoken. vaak werd het hele proces  met vier mensen gedaan, dit was de meest efficiënte manier. Twee personen die de turf uitstaken, één persoon die de turf op maat sneed en één persoon die de turf met een kruiwagen naar de legakkers reed waar de turf kon drogen indien deze nat was. De turf werd daarna met platbodemschepen, deels langs speciaal aangelegde wijken, naar de gebruikers gevaren. 

Turf is methaanrijk en vol van plantaardige en dierlijke gedeeltelijk verteerde delen. In droge staat is turf erg brandbaar maar gaat ook relatief lang mee.

Eerst werd het veen met de hand uitgegraven maar later werd dat gedaan met machines genaamd de veensteekmachine. Opgegeven moment werd er zoveel veen weggegraven dat bijvoorbeeld al het land van de Vinkeveense Plassen verdween. Er werden daarna plassen drooggelegd.

In de 19 ^e eeuw stopte de turf productie langzaam. Het veen raakte op en steenkool werd steeds belangrijker als brandstof doordat het zo goedkoop was. het werd alleen nog voor eigen gebruik of bij brandstof tekort weer op gang gebracht. Ook wordt turf nog steeds gebruikt voor het voedzamer maken van potgrond en het maken van actief kool.